11-08-2025 LEMMER – Het aantal aanvallen op schapen is sinds half mei flink afgenomen. Dat blijkt uit het aantal meldingen van gedode schapen bij uitvoeringsorganisatie BIJ12. Er lijkt sprake van een zomereffect dat ook in voorgaande jaren te zien was. Vermoed wordt dat de wolven zich zomers meer voeden met jonge reeën en andere pasgeboren dieren. Wat wellicht ook meespeelt is dat veehouders hun schapen beter beschermen met wol werende rasters.
Deskundige Timo van der Veken van de Universiteit Leiden stelt op basis van onderzoek dat hij deed dat de wolf flexibel inspeelt op de omstandigheden in de natuur. “Dat wil zeggen dat de wolf op voedsel jaagt op basis van de aanwezige prooidiersoorten en de energetische opbrengst van deze dieren”, aldus Van der Veken. “Jonge zeer kwetsbare reeën zijn er in overvloed vanaf gemiddeld half mei. Naarmate de zomer vordert, worden deze jonge reeën echter steeds meer zelfstandig en aandachtig. De kwetsbaarheid van de prooisoort neemt af.”
In het wild levende runderen die vrij in natuurgebieden grazen vormen een tweede belangrijk prooisoort. En ook hier zijn de jonge dieren gemakkelijk te vangen. De geboortepiek vindt plaats vanaf maart. Studies tonen aan dat de eerste twee levensweken kritisch zijn, maar ook kalveren tot enkele maanden oud kunnen prooi van een wolf worden, aldus de wetenschapper. Als de zomer ten einde loopt, worden de meest van deze prooidiersoorten minder kwetsbaar. De wolf verruimt de blik en richt zich dan ook op schapen. Die zijn vooral zo interessant omdat ze meestal op dezelfde plek grazen.
Wat mogelijk meespeelt is dat de wolvenwelpen, die zijn geboren tussen april en juni, zich ontwikkelen. Hun energiebehoefte neemt toe”, aldus Van der Veken. Maar zelf jagen moeten de kleine wolven nog leren. Dus moeten de ouders op stap voor extra voedsel. Daarbij kiezen ze voor de gemakkelijkste weg en dat is het vee.