Krimp veestapel leidt tot overcapaciteit in delen van de voedingsindustrie

29-08-2025 LEMMER – De Nederlandse veestapel krimpt naar verwachting tussen de 15 en 18%. Door de structurele daling in toelevering van melk en vlees ontstaat overcapaciteit bij de zuivel- en vleessector. Bedrijven die dichter bij de boer staan, zoals slachterijen, worden harder geraakt dan verwerkers en handelaren verderop in de keten. Zij hebben meer flexibiliteit om zich aan te passen aan een afnemende aanvoer.

De krimp van de Nederlandse veestapel – als gevolg van beëindigings- en afromingsregelingen – resulteert er in dat het aanbod van vlees en melk van Nederlandse bodem daalt, wat een prijsopdrijvend effect heeft. Dit is gunstig voor veel overblijvende boeren die ondanks de internationale markt waar de prijzen worden bepaald, hun inkomsten zien stijgen.

Bedrijven die melk, eieren of slachtdieren afnemen van de boer krijgen vaker te maken met hogere kosten die maar in beperkte mate doorgerekend kunnen worden aan de consument. Een tweede gevolg is dat volumes dalen waardoor overcapaciteit dreigt bij bedrijven die bijvoorbeeld dieren slachten of melk verwerken. Bij deze bedrijven komt de rentabiliteit onder druk als ze geen aanpassingen doorvoeren.

Bedrijven kunnen tijdig anticiperen door een nauwere relatie aan te gaan met toeleveranciers, toevoer uit het buitenland te halen en te focussen op toegevoegde waarde in plaats van volume. Een krimpende veestapel biedt bedrijven ook kansen om verder te verduurzamen. Minder dieren, hogere toegevoegde waarde, en de mogelijkheid om in producten dierlijke- en plantaardige eiwitten te combineren.