Staatsbosbeheer rapporteert succes en uitdaging na vijf jaar natuurinclusieve landbouw

18-09-2025 LEMMER – Na ruim vijf jaar experimenteren met natuurinclusieve landbouw (NIL) presenteert Staatsbosbeheer de rapportage van de pilot die werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Met een investering van 4,17 miljoen euro door het ministerie heeft Staatsbosbeheer 45 samenwerkingsovereenkomsten getekend met agrarische ondernemers, met de verwachting dat dit aantal eind dit jaar uitgroeit naar 66. Het NIL-team voerde gesprekken met 423 boeren door heel Nederland over de overstap naar natuurinclusieve bedrijfsvoering. Van de 268.000 hectare natuur die Staatsbosbeheer beheert, wordt 40.000 hectare verpacht aan meer dan 3.000 boeren.

De pilot richtte zich op het sterker verbinden van landbouw en natuur door boeren langjarige pachtzekerheid (12 jaar) te bieden op 6.000 hectare natuurgrond van Staatsbosbeheer, onder voorwaarde dat zij ook hun eigen grond natuurinclusief gaan beheren. Hierdoor neemt het totale oppervlak duurzaam beheerde grond toe met meer dan vijftig procent. Van de totale oppervlakte binnen NIL-overeenkomsten is slechts 40% grond van Staatsbosbeheer met een natuurdoelstelling – de rest is eigen landbouwgrond van boeren die nu natuurinclusief wordt beheerd.  De meeste deelnemers zijn melkveehouders die hun melkproductie als gevolg van de aangepaste bedrijfsvoering vaak zien dalen van het Nederlandse gemiddelde van 9.000 naar circa 6.500 kilogram per koe per jaar. Daar tegenover staat dat zij flinke kosten besparen op krachtvoer en kunstmest. Wageningen Universiteit & Research monitort een deel van het project en maakte begin dit jaar een rapportage over hun 0-meting.

Een belangrijke doorbraak vormde de ontwikkeling van kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) samen met Natuurmonumenten en LandschappenNL, gebaseerd op drie pijlers: stimuleren van biodiversiteit, groenblauwe dooradering en het sluiten van kringlopen. Deze landelijke norm met 18 KPI’s voor melkveehouderij en akkerbouw helpt om natuurinclusieve landbouw objectief te meten en resultaten aantoonbaar te maken. Jaarlijks komen 500 tot 600 pachtcontracten vrij die nu via het nieuwe ‘Didam-proof’ proces worden uitgegeven, waarbij duurzaamheid voor 70% meetelt en prijs voor 30%. Andere overheden maken inmiddels gebruik van deze werkwijze.

Ondanks de positieve resultaten blijven er uitdagingen bestaan. De coronapandemie veroorzaakte twee jaar vertraging, en veel boeren moeten worden teleurgesteld omdat zij niet voldoen aan de drempelwaarden of hun gronden geen onderdeel uitmaken van overgangszones bij natuurgebieden. Bovendien vraagt de omschakeling naar natuurinclusieve bedrijfsvoering een fundamentele verandering in denken: van ‘ik wil een gewas telen en pas de omgeving daarop aan’ naar ‘welk gewas past op deze plek binnen de natuurlijke omstandigheden’. De belangstelling groeit echter snel, mede door recente gerechtelijke uitspraken en het verdwijnen van de mestderogatie, waardoor extensivering voor veel boeren een aantrekkelijk alternatief wordt.