08-06-2025 LEMMER – De mediane woonquote, de totale woonlasten als percentage van het huishoudensinkomen, kwam in 2023 lager uit dan in 2018 voor zowel eigenaren als voor huurders. Bij huishoudens in een huurwoning van een woningcorporatie was de sterkste daling te zien, van 31,0 procent in 2018 naar 25,4 procent in 2023. Maar ook voor huishoudens in een eigen woning en voor huishoudens in een huurwoning van een niet-woningcorporatie lag de mediane woonquote in 2023 lager dan in 2018.
Woonlasten sterkst gestegen bij huurders van een niet-woningcorporatie
De totale woonlasten, de totale maandelijkse lasten die een huishouden kwijt is aan wonen, waren in 2023 wel hoger dan in 2018. Voor huurders van een niet-woningcorporatie zijn de mediane woonlasten met 23 procent het hardst gestegen, voor eigenaren (6 procent) en huurders van een woningcorporatie (11 procent) stegen ze minder hard. Hierbij speelt mee dat vooral huurders van een woningcorporatie profiteerden van zowel de energiemaatregelen van het kabinet om de energiekosten van huishoudens te verlagen in het najaar van 2022 als van de bevriezing van de kale huur van sociale huurwoningen in de zomer van 2021.
Inkomens sterker gestegen dan woonlasten
De lagere woonquote is het resultaat van het feit dat de inkomens sterker zijn gestegen tussen 2018 en 2023 dan de woonlasten. Ten opzichte van 2018 is het mediane inkomen in 2023 met 33 procent het hardst gestegen voor huurders van een niet-woningcorporatie. Voor eigenaren en huurders van een woningcorporatie was dit respectievelijk 27 en 25 procent.
Grootste daling in woonquote van huurders van een woningcorporatie in Noord-Friesland en Zeeland
De mediane woonquote daalde tussen 2018 en 2023 het sterkst voor huurders van een woningcorporatie. Regionaal was in diezelfde periode de grootste daling te zien in de COROP-gebieden Noord-Friesland, Zeeuws-Vlaanderen en overig Zeeland, waar de mediane woonquote van huurders van een woningcorporatie met zo’n 7 procentpunt daalde. De kleinste daling was te zien in Groot-Amsterdam (4 procentpunt). In Groot-Amsterdam stegen de mediane totale woonlasten dan ook het meest, namelijk met bijna 15 procent. Daarna volgden Twente, Agglomeratie Haarlem en Delft en Westland, waar de mediane totale woonlasten van huurders van een woningcorporatie met ongeveer 13 procent stegen. Voor Groot-Amsterdam speelt mee dat de gemeente Amsterdam een deel van de energietoeslag voor 2023 al in 2022 uitkeerde, waardoor de woonquote in 2023 relatief hoger uitvalt.
Aantal huurders van een niet-woningcorporatie relatief het sterkst toegenomen
De groep met de hoogste relatieve woonlasten – huurders van een niet-woningcorporatie – is sinds 2018 relatief sterk toegenomen, namelijk van zo’n 670 duizend huishoudens in 2018 naar zo’n 825 duizend huishoudens in 2023. Dat komt neer op een groei van ongeveer 23 procent. De aantallen eigenaren en huurders van een woningcorporatie zijn in de periode van 2018-2023 beperkt toegenomen met respectievelijk 4 en 1 procent. Huurders van een niet-woningcorporatie zijn met 11 procent wel nog steeds de kleinste groep, gevolgd door huurders van een woningcorporatie (28 procent) en eigenaren (60 procent).