14-09-2025 LEMMER – In 2025 ondernam twee derde van de bevolking één of meer activiteiten voor bescherming van de natuur. Nederlanders verrichten vooral laagdrempelige activiteiten dicht bij huis zoals het plaatsen van nestkastjes, het opruimen van afval van anderen in de natuur en het plaatsen van insectenhotels. Tussen 2021 en 2025 was sprake van een toename van de volgende activiteiten: het plaatsen van insectenhuisjes en bijenhotels, bestrating vervangen door planten, aanleg van streekeigen beplanting, onderhoud van natuur en landschap en het geven van natuureducatie. Op de lange termijn (2006-2025) vallen de toename op van mensen die afval van anderen in de natuur opruimen en van mensen die dier- en plantsoorten inventariseren, al zijn beide in 2025 wel enigszins afgevlakt ten opzichte van 2021.
Kijkend naar de wijze waarop mensen vrijwillig actief zijn voor de natuur kunnen er drie groepen worden onderscheiden: organisatie-vrijwilligers, individuele vrijwilligers en initiatief-vrijwilligers. De inzet, motivatie en aard van verrichte activiteiten verschillen per groep. Vrijwilligers zijn ongeveer even vaak man als vrouw, maar zijn gemiddeld vaker hoogopgeleid en wonen relatief vaak in een groene omgeving. Vrijwilligers hebben een breed scala aan redenen om actief te worden: niet alleen omdat ze willen bijdragen aan natuurbescherming, maar ook bijvoorbeeld omdat ze graag buiten zijn of iets voor hun eigen buurt willen doen.
Organisatie-vrijwilligers (ongeveer 4% van de volwassen Nederlanders) sluiten zich aan bij een professionele (natuur)organisatie zoals Natuurmonumenten of IVN. Ze besteden gemiddeld het meeste tijd aan hun vrijwilligerswerk. Ze ondernemen het grootste aantal verschillende activiteiten en focussen het meest op natuurgebieden en landschap. Individuele vrijwilligers ondernemen zelfstandig acties, vooral zwerfafval opruimen, deelnemen aan natuurtellingen of het onderhoud van openbaar groen. Ze zijn de grootste groep (zo’n 22% van de volwassen Nederlanders), maar besteden er gemiddeld de minste tijd aan. Initiatief-vrijwilligers (ongeveer 8% van de volwassen Nederlanders) zijn vaak actief in lokale samenwerkingsverbanden zonder professionele organisatiestructuur, zoals buurtinitiatieven. Hun inzet richt zich onder meer op het vergroenen van de eigen leefomgeving is daarom vaak wat meer op stedelijk groen gefocust dan bij de organisatie-vrijwilligers.
In lijn met het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework en de EU Biodiversiteit Strategie 2030 wordt in het Nederlandse natuurbeleid het belang van brede maatschappelijke betrokkenheid bij natuur benadrukt. Het Nationale Biodiversiteit Strategie en Actie Plan uit 2024 stimuleert actieve betrokkenheid van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties bij de natuur. Dit plan bouwt voort op het besef dat natuur een centrale plek inneemt in de samenleving. Niet alleen in beschermde gebieden, maar ook in steden, op het platteland en in waterrijke gebieden. Het plan erkent daarbij de belangrijke rol die burgers kunnen spelen in natuurbescherming, ook in hun dagelijkse leefomgeving. De kracht van vrijwilligerschap wordt daarmee erkend, ook al hebben burgers en overheden soms andere prioriteiten dan de overheid als het over natuur gaat.