Meer broeikasgassen uitgestoten in eerste kwartaal van 2025

11-06-2025 LEMMER – In het eerste kwartaal van 2025 was de uitstoot van broeikasgassen 7 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2024. Dat komt vooral doordat de elektriciteitssector 40 procent meer heeft uitgestoten. Dit melden het CBS en RIVM/Emissieregistratie op basis van de voorlopige kwartaalcijfers over de broeikasgassenuitstoot conform de richtlijnen van het IPCC.

Uitstoot elektriciteitssector 40 procent hoger
In het eerste kwartaal van 2025 heeft de elektriciteitssector 40 procent meer broeikasgassen uitgestoten dan in hetzelfde kwartaal van 2024. De sector heeft meer elektriciteit geproduceerd doordat er minder elektriciteit geïmporteerd is uit de ons omringende landen, met name België en Duitsland, en meer is geëxporteerd. Daarnaast is minder uit hernieuwbare bronnen geproduceerd, doordat het minder waaide.

De energiebedrijven verbruikten vooral meer steenkool, wat tot meer emissies leidt dan het gebruik van aardgas. De bijdrage van de elektriciteitssector aan de totale uitstoot was 20 procent in het eerste kwartaal van 2025, tegen 15 procent in hetzelfde kwartaal van 2024.

Ook gebouwde omgeving stoot meer uit
De uitstoot van de gebouwde omgeving was 7 procent hoger dan in het eerste kwartaal van 2024. De eerste drie maanden van 2025 waren weliswaar zacht, maar minder zacht dan in dezelfde maanden van 2024. Daardoor was meer aardgas nodig voor het verwarmen van huizen en gebouwen.

Minder uitstoot door mobiliteitssector
De mobiliteitssector stootte echter 5 procent minder uit in het eerste kwartaal van 2025. Dat kwam vooral door minder verkoop van diesel. Er werd meer in het buitenland getankt, omdat diesel vooral in Luxemburg en Duitsland goedkoper is dan in Nederland en het prijsverschil groter werd. Daarnaast zijn vooral dieselauto’s van zakelijke rijders die bovengemiddeld veel rijden, vervangen door volledig elektrische en plug-in hybride auto’s. De bijdrage van deze sector aan de totale uitstoot nam af van 18 procent in het eerste kwartaal van 2024 naar 16 procent in 2025.

Het CBS berekent ook de uitstoot van CO2 door alle Nederlandse economische activiteiten volgens de nationale rekeningen. Hierbij wordt in vergelijking met de uitstoot volgens de IPCC-definities ook de CO2-uitstoot van de internationale lucht- en zeevaart en de uitstoot door verbranding uit biomassa door personen en bedrijven behorend tot de Nederlandse economie meegenomen. In de tekst hieronder worden de CO2-emissies conform de berekeningswijze van de nationale rekeningen gepresenteerd.

CO2-uitstoot Nederlandse economie bijna 8 procent hoger
In het eerste kwartaal van 2025 was de CO2-uitstoot van de Nederlandse economie 7,7 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het bruto binnenlands product (bbp) groeide in dezelfde periode met 2,0 procent. De toename van de uitstoot kwam vooral door een hogere inzet van steenkool en aardgas door energiebedrijven. Ook het aardgasverbruik door huishoudens was groter. Na correctie voor het weerseffect kwam de stijging van de uitstoot van de Nederlandse economie uit op 3,6 procent.

De transportsector stootte 4,2 procent meer CO2 uit dan in het eerste kwartaal van 2024, terwijl de toegevoegde waarde met 2,0 procent groeide. Deze toename is vooral het gevolg van hogere emissies door de luchtvaart en zeevaart.

Binnen het cluster landbouw, delfstoffenwinning, industrie en bouwnijverheid bleef de CO2-uitstoot vrijwel gelijk. De toegevoegde waarde van dit cluster was 3,6 procent hoger. De landbouw, bouwnijverheid en basismetaalindustrie stootten meer uit, terwijl de emissies in de aardolie- en chemische industrie daalden.