03-05-2025 LEMMER – De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaat de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven over vangletsel bij vleeskuikens grondig bestuderen en onderzoeken wat de implicaties zijn voor het toezicht. Zo kijkt de NVWA naar welke andere methoden er nog mogelijk zijn voor het vaststellen van het moment van ontstaan van letsel. De rechter oordeelde dat de manier waarop de NVWA optreedt tegen letsel bij pluimvee niet langer houdbaar is. Daardoor kan de NVWA op dit moment niet meer handhaven.
Dierenartsen van de NVWA controleren in slachthuizen aan de hand van de kleur en grootte van bloedingen aan de vleugels en aan het lichaam of dieren gewond zijn geraakt tijdens het vangen en treden daar tegen op. De rechter heeft geoordeeld dat deze manier van beoordelen onvoldoende bewijst dat het letsel is ontstaan bij het vangen. Dat zou ook tijdens transport of in het slachthuis kunnen zijn gebeurd. Omdat volgens de rechter niet duidelijk is wanneer het dier gewond is geraakt, kan de NVWA niet vaststellen wie voor de overtreding moet worden beboet.
De NVWA wil met de ketenpartners in gesprek over de ontstane situatie en blijft ook monitoren op letsel in de slachthuizen. De organisatie gaat zich verder beraden op de handhaving hiervan. De NVWa stelt vast dat strenge handhaving in de keten heeft bewezen dat de keten in staat is om zorgvuldiger met de dieren om te gaan. In 2017 had 27% van de Nederlandse koppels pluimvee vangletsel boven de handhavingsgrens. Inmiddels is dat gedaald naar iets meer dan 2%.