04-08-2025 LEMMER – Tien Natura 2000-gebieden zijn de afgelopen maanden bemonsterd op de aanwezigheid residuen van pesticiden in de bodem en in de planten. De aanwezigheid van deze stoffen in de bodem in deze gebieden zou een verklaring kunnen zijn voor de huidige achteruitgang van insecten in de natuur. De metingen zijn de start van een onderzoek waarin gekeken wordt hoe groot deze effecten zijn en hoe lang ze doorwerken in insectenpopulaties.
De tien geselecteerde Natura 2000-gebieden variëren in grootte en hoever ze van landbouwgebieden af liggen. Hierdoor was er ook variatie in het aantal verschillende pesticiden dat gemeten werd en in welke concentraties. Er werden zelfs op de meest geïsoleerde plekken – zoals bijvoorbeeld midden op de Veluwe – verschillende middelen gevonden.
In totaal zijn 51 verschillende werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen gevonden. Het zijn werkzame stoffen van onkruidbestrijdingsmiddelen, fungiciden, maar ook van insecticiden. Enkele stoffen zijn al niet meer toegelaten om te gebruiken, maar ze zijn nog aanwezig in de natuur. Het overgrote deel bestaat uit stoffen uit middelen die nog wel toegelaten zijn voor gebruik.
Middelen zouden in Natura 2000-gebieden terecht gekomen kunnen zijn door verwaaiing of door de aanvoer van oppervlaktewater dat residuen van middelen bevat. Daarnaast worden enkele middelen gebruikt om vlooien en teken bij huisdieren te bestrijden. Deze kunnen door deze dieren in de natuur zijn overgebracht.
De volgende stap in het onderzoek naar effecten van pesticiden in Natura 2000-gebieden is een kweekonderzoek dat een half jaar duurt. Hierbij worden de omstandigheden die gemeten zijn in de natuurgebieden nagebootst, met dezelfde middelen in dezelfde concentraties. Er worden verschillende vlindersoorten gekweekt in deze omstandigheden, gedurende drie generaties. Dit wordt vergeleken met vlinders die gekweekt worden in een omgeving met planten die volledig vrij zijn van pesticiden.