17-09-2025 LEMMER – In akkerbouwgebieden liggen tal van kansen voor herstel van biodiversiteit. Vooral algemene voorkomende soorten die tot de Basiskwaliteit Natuur worden gerekend, zoals spinnen, kevers en zweefvliegen, hebben hier voordeel aan, maar ook beschermde akkervogels. Met het project ‘Natuurinclusieve akkerbouw rondom natuurgebieden’ is een set van 42 maatregelen ontwikkeld die de effectiviteit voor het stimuleren van 15 verschillende soortgroepen weergeeft. Voor alle maatregelen zijn ook de haalbaarheid en de betaalbaarheid beoordeeld, met oog voor kosten én baten en de scores op de Kritische Prestatie Indicatoren van de Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw.
De kansentabel laat zien dat maatregelen binnen de teelt en in de groenblauwe dooradering aanvullend op elkaar zijn. Denk aan verminderen van inzet van pesticiden, gebruik maken van compost en organische mest én het realiseren van een robuuste de groenblauwe dooradering. Op die manier worden er op alledrie de dimensies van natuurinclusieve landbouw stappen gezet: sparen, benutten én verrijken.
De kansentabel is gemaakt op basis van de habitateisen van 15 soortgroepen die in akkerbouwgebieden voorkomen. Dit is gedaan aan de hand van 4 V’s van deze soortgroepen: voedsel, voortplanting, veiligheid en verplaatsing. Aan de hand van de literatuur en de sessies met experts is in kaart gebracht hoe effectief de maatregelen zijn voor verbetering van de 4 V’s per soortgroep. Er is ook een interactieve excel versie en tool ontwikkeld, beiden beschikbaar op de OBN website.
De kansentabel is een hulpmiddel om in gebieden te komen tot een logische set aan maatregelen, zodat het bijdraagt aan ecosysteemherstel van akkerbouwgebieden. Gebiedspartijen en boeren kunnen aan de hand van de kansentabel met elkaar in gesprek, om te komen tot een logische set die past bij het landschapstype. Omdat de meeste natuurinclusieve maatregelen invloed hebben op de bedrijfsvoering van akkerbouwers, is voor alle maatregelen ook de haalbaarheid en de betaalbaarheid beoordeeld, met oog voor kosten én baten. Bovendien is voor telers, beleidsmakers en marktpartijen aangegeven welke maatregelen bijdragen aan de scores op de Kritische Prestatie Indicatoren van de Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw.
Uit ervaringen in vier pilotgebieden in Nederland blijkt dat natuurinclusieve akkerbouw vooral kans van slagen heeft als er vroegtijdige afstemming is tussen agrariërs en gebiedspartijen en er in een ‘bottom-up’ proces gezamenlijk doelen worden gesteld. ‘Lerend beheren’ en soortenmonitoring helpen om tussentijds te evalueren en, waar nodig, de aanpak te verbeteren. De toekomst is onzeker: de pilots hebben vrijwel allemaal een einddatum. Voor de continuïteit van natuurlijke akkerbouw is ondersteuning vanuit overheid (beleid en financiën) en marktpartijen (vermarkting van natuurinclusief geteelde producten met een eerlijke prijs voor de teler) essentieel.
Rapport: Op naar Basiskwaliteit Natuur in akkerbouwgebieden | Louis Bolk Instituut
Kansen in beeld met een set samenhangende natuurinclusieve maatregelen
Het project is gefinancierd door OBN Natuurkennis, het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en BIJ12.