‘Belangstelling voor uitkoop komt van andere boeren dan waar de minister op hoopt’

15-05-2023 LEMMER – Agrarisch makelaars stellen vast dat er onder boeren wel interesse bestaat voor de uitkoopregelingen van de overheid, maar er bestaat twijfel of de belangstelling zich gaat vertalen in het aantal transacties waar het kabinet op hoopt. “Boeren met een florerend bedrijf zullen zich niet laten verleiden om te stoppen, is mijn inschatting”, zegt Jos Ebbers, agrarisch makelaar in Friesland en voorzitter van de vakgroep Agrarisch & Landelijk van makelaarsvereniging NVM. “Voor boeren die geen opvolger hebben en dicht tegen hun pensioen aan zitten, is het een ander verhaal. Maar de vraag is of zij kwalificeren als ‘piekbelaster’.”

Eind mei maakt het ministerie van LNV de exacte criteria bekend en kunnen boeren via een digitaal loket zien of zij voor een van de uitkoopregelingen in aanmerking komen. Voor veehouderijbedrijven die worden gekwalificeerd als piekbelaster biedt het ministerie 100% van de marktwaarde van de geschrapte dierrechten en 120% van de waarde van hun stallen. Er komt een vergoeding voor sloopkosten en de grond blijft in eigendom van de veehouder.

Makelaars merken op dat bij de vergoeding voor de stallen niet de marktwaarde wordt uitgekeerd, maar de gecorrigeerde vervangingswaarde. Aan de hand van de grootte en het bouwjaar wordt de hoogte van de vergoeding bepaald. De onderhoudsstaat en functionaliteit speelt geen rol. Dat kan nadelig uitpakken voor bedrijven die oudere stallen onlangs hebben gerenoveerd en uitgerust met moderne technieken.

Een andere drempel is dat een veehouder die deelneemt aan de regeling niet meer in dezelfde sector in Nederland of de Europese Unie een nieuw bedrijf mag starten. Het gaat vaak om goedlopende bedrijven, waar het ministerie zich met de uitkoopregeling. Die willen graag actief blijven in de sector, waarin ze nu werken.

De makelaars verwachten dat vooral veel oudere boeren zonder opvolger zich zullen aanmelden voor de uitkoopregelingen. Het gaat vaak om ondernemers die  al voornemens waren om binnen enkele jaren te stoppen. Dat proces wordt met de regeling nu wat naar voren gehaald. Het gaat hier echter vaak om wat kleinere bedrijven met een relatief lage stikstofbelasting op de natuur.