Diverse scenario’s onderzocht voor ontwikkeling melkveehouderij tot 2030

20-10-2020 JOURE – Afgelopen week is er een onderzoek gepubliceerd dat in opdracht een van zuivelcoöperatie in Friesland werd uitgevoerd naar de toekomst van de Nederlandse melkveehouderij. In het kader van dit onderzoek zijn op basis van vaststaand en ingezet beleid en voortzetting van gedrag uit het verleden, een basisscenario en 3 andere scenario’s voor de melkveehouderij in het jaar 2030 ontwikkeld. Het bedrijf neemt de ontwikkelde toekomstscenario’s mee in bij lange termijn strategieontwikkeling en besluitvorming.

In het basisscenario zal de komende 10 jaar het aantal melkveebedrijven in Nederland naar verwachting met 33% zal afnemen tot ongeveer 10.600 in 2030. De totale hoeveelheid geproduceerde melk zal in het basisscenario tot 2024 gelijk blijven en dan naar 2030 toe met circa 4% stijgen. Het aantal melkkoeien zal de komende 10 jaar dalen, maar de melkproductie per koe zal autonoom toenemen in lijn met de trend van de afgelopen decennia. De gemiddelde bedrijfsgrootte van een Nederlands melkveehouderijbedrijf zal stijgen van 101 naar 139 melkkoeien.

Stoppers
Het research bedrijf baseert zich op gegevens uit de CBS-Landbouwtelling en het Bedrijven informatie net. In het onderzoek is er in het basisscenario van uitgegaan dat de melkveehouders eventuele financiële ruimte zullen gebruiken om te investeren in de groei van het melkveebedrijf. Een deel van de melkveehouders zal stoppen vanwege leeftijd en het ontbreken van een opvolger. Er is ook een deel van de boeren dat naar verwachting zal moet stoppen omdat het niet meer aan de financiële verplichtingen en benodigde investeringen kan voldoen.

Nieuw beleid niet verwerkt
In de scenario-berekeningen zijn vaststaand en ingezet beleid meegenomen, maar bijvoorbeeld niet extern salderen en het voorgenomen nieuwe mestbeleid. In de scenario’s wordt er van uitgegaan dat in het verleden vertoond gedrag in de sector zal worden voortgezet. In het basisscenario blijft de melkveehouderij binnen het fosfaatplafond en lijken het stikstofplafond en de afspraken uit het Klimaatakkoord haalbaar. Op het thema ammoniak ligt er nog wel een opgave. Schommelingen in de melkprijs of de hoogte van de te betalen rente kunnen wel behoorlijke gevolgen hebben voor de te verwachten uitkomsten in 2030.

Overige scenario’s
De 3 andere scenario’s die zijn onderzocht zijn gebaseerd op mogelijke, toekomstige maatschappelijke veranderingen. In het eerste scenario is er meer aandacht vanuit de markt en de maatschappij voor een ‘natuur-inclusieve’ melkveehouderij. In het tweede scenario ligt de nadruk op het produceren voor de vrije markt en gelden er geen aanvullende eisen voor natuur en milieu. In het derde scenario zetten melkveehouders niet maximaal in op groei, maar kijkt men ook naar andere investeringsmogelijkheden binnen en buiten het bedrijf.

Minder en grotere bedrijven
In de drie exploratieve scenario’s is het aantal melkveehouderijen in 2030 verder afgenomen dan in het basisscenario. Daarnaast leiden deze scenario’s tot gemiddeld grotere bedrijven, die in het vrije marktscenario gemiddeld duidelijk groter en intensiever zijn en in het natuur-inclusieve scenario gemiddeld extensiever zijn. In het scenario waarin de melkveehouders minder inzetten op groei neemt de totale melkproductie het meest af.