Gemeente wil werken aan duurzaamheid

21-10-2021 LEMMER – Hoe kunnen we onze gemeente duurzaam maken? Die vraag speelde de afgelopen periode opnieuw een grote rol bij het opstellen van het duurzaamheidsprogramma. Een vervolg op de duurzaamheidsvisie uit 2013. Dit vervolg is nodig want duurzaamheid is continu in beweging, zowel door nieuwe inzichten, nieuwe technieken als ook diverse nieuwe (wettelijke) verplichtingen. Samen met veel inwoners, ondernemers en instanties is dit duurzaamheidsprogramma tot stand gekomen.  

In hoofdlijnen gaat het programma over het besparen en duurzaam opwekken van energie (warmte en elektriciteit). Over de effecten van water, hitte en biodiversiteit. Over slim hergebruiken van materialen en grondstoffen.

Vier thema’s
Aan de hand van vier thema’s wil de gemeente de leefkwaliteit voor haar inwoners behouden en verbeteren. Bij het thema Energietransitie en Duurzame Mobiliteit gaat het over besparing (bijvoorbeeld door isolatie) en de overstap van fossiele naar hernieuwbare, schone energiebronnen. Bij het thema Circulaire Economie hebben we het over de materialenstromen in onze samenleving.  Daarnaast kijken we binnen het thema Toekomstbestendige Leefomgeving hoe we ons kunnen aanpassen aan de gevolgen van klimaatveranderingen. Maar duurzaamheid betreft ook sociale aspecten. Daarom wordt er bij het thema Sociale Duurzaamheid gekeken naar de menselijke kant. Daarin is het van belang dat iedereen mee kan doen en onderdeel uitmaakt van de samenleving.

Een goed voorbeeld
In het nieuwe duurzaamheidsprogramma staat de gemeente ook stil bij haar voorbeeldrol. Zoals bij inkoop of aanbestedingen en regelgeving. “Door het stapje extra te zetten verwachten wij dat ook andere partijen zoals inwoners, bedrijfsleven, verenigingen en instellingen dat extra stapje (blijven) zetten. Samen werken wij aan een goede toekomst voor de komende generaties in De Fryske Marren”.

Het college legt het duurzaamheidsprogramma voor aan de gemeenteraad. Op 4 november wordt het besproken in Petear. Daarna wordt het naar verwachting voorgelegd voor besluitvorming op 17 november.