17-10-2021 LEMMER – In grote delen van Friesland werden in het voorjaar van 2021 meer broedparen van de vier bekendste weidevogels geteld dan vorig jaar. Het natte voorjaar en late maaien zorgden voor gunstige omstandigheden. Dat staat in het jaarbericht van 2021. Het jaarbericht is een samenwerking van de Bond Friese Vogelwachten, Sovon Vogelonderzoek Nederland, Kollektivenberied Fryslân, It Fryske Gea, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
Jaarlijks gaan enkele duizenden vrijwilligers van verschillende organisaties in de provincie op pad. Ze tellen broedparen en beschermen nesten op een oppervlak van meer dan 144.000 hectare. Sinds 2019 brengen de organsiaties die dit werk coördineren een gezamenlijk jaarbericht uit. Daarin worden de eerste globale indrukken op basis van jaarlijks getelde gebieden gedeeld.
Op de regio Friese Wouden na werden bijna overal in de provincie grotere aantallen kieviten, grutto’s, tureluurs en scholeksters vastgesteld. Omdat het voorjaar nat was, stond het waterpeil in veel polders hoog. Dat zorgde voor gunstige foerageermogelijkheden. Door de vele regenval gingen waarschijnlijk wel veel eerste legsels en kuikens van kieviten verloren.
Doordat het lang nat en koud was, werd het grasland op veel plekken pas laat gemaaid, waardoor kuikens van de tureluur en de grutto grotere overlevingskansen hadden. Het aantal alarmerende paren van grutto’s was dan ook bovengemiddeld en het nestsucces bedroeg waarschijnlijk meer dan 70%.
Het jaarbericht 2021 over weidevogels in Friesland is te vinden op de website van Sovon Vogelonderzoek.