08-11-2021 LEMMER – In 2020 zijn er ongeveer 570 woningen bijgekomen door het verbouwen van kantoren, winkels en andere niet-woningen. Dit is een daling ten opzichte van voorgaande jaren; in 2018 en 2019 kwamen er steeds meer dan 650 woningen bij door verbouwingen. Er zijn vooral minder woningen in voormalige kantoorpanden gecreëerd. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS, bekostigd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het lagere aantal woningtransformaties in 2020 komt niet alleen doordat er minder panden zijn verbouwd, maar ook doordat de panden die zijn verbouwd gemiddeld minder woningen opleverden. In 2019 leverden woningtransformaties gemiddeld 4,7 woningen per pand op; in 2020 zijn dat er 4,1. Bij de meeste verbouwingen wordt slechts een deel van het pand getransformeerd. Woningtransformaties leveren vooral kleine woningen voor alleenstaanden op.
De nieuwe woningen die door transformatie van bestaande gebouwen zijn ontstaan, vormen 11 procent van alle woningen die in 2020 aan de woningvoorraad zijn toegevoegd. Nieuwbouw blijft nog altijd de belangrijkste factor voor groei van de woningvoorraad. In 2020 waren dat bijna 6950 woningen.
Deeltransformaties komen vaker voor
Ook is in beeld gebracht welk percentage van het pand wordt getransformeerd. In veel gevallen heeft een deel van het pand al een woonfunctie: bijvoorbeeld woonboerderijen waarvan de aangebouwde stal tot woonruimte wordt verbouwd, of flatgebouwen waarbij de garages of winkels op de begane grond worden omgezet. Bij slechts een derde werd in 2020 (bijna) het gehele gebouw getransformeerd (meer dan 75 procent van het gebruiksoppervlak van het pand). In meer dan de helft van de gevallen werd minder dan 50 procent van het pandoppervlak verbouwd tot woonruimte.