Stikstofoverschot van de landbouw nam in 2021 met 5% af

23-01-2023 LEMMER – Het stikstofoverschot in de landbouw is in 2021, vergeleken met een jaar eerder, met 5,0% afgenomen tot 290 miljoen kilogram. Er verdween 87 miljoen kilogram van de aangevoerde stikstof naar de lucht, de overige 203 miljoen kilogram werd niet benut in de bodem. Het stikstofoverschot is sinds 2014 niet zo laag geweest. Het lagere stikstofoverschot hangt vooral samen met lagere stikstofgehaltes in gras en met een afnemende veestapel. Dit blijkt uit de Mineralenbalans landbouw van het CBS. 

Het stikstofoverschot wordt berekend door de aangevoerde hoeveelheid stikstof via voeders en meststoffen te verminderen met de hoeveelheid stikstof die is vastgelegd in vlees, melk, eieren en plantaardige producten en de stikstof die is afgevoerd buiten de landbouw  via export, mestverwerking en gebruik van mest door particulieren.

De belangrijkste factor in de daling van het stikstofoverschot is de afname van stikstof in dierlijk mest. Die hoeveelheid ging van 489 miljoen kilogram in 2020, naar 471 miljoen kilogram in 2021. De stikstofuitscheiding in de melkveehouderij nam met 4,7%, met name door een lager stikstofgehalte van kuilgras. De rundveestapel veranderde nagenoeg niet in omvang. Weersomstandigheden zorgden in de periode 2017–2020 voor juist voor relatief hoge stikstofgehalten in ruwvoer zoals gras en mais. 

De stikstofuitscheiding van de varkenssector en pluimveesector daalde van 92 en 55 miljoen kilogram in 2020, naar 89 en 54 miljoen kilogram in 2021. Deze daling hangt vooral samen met het aantal dieren. In 2021 was het aantal vleesvarkens 3,3% lager dan het jaar daarvoor. Het aantal vleeskuikens in de pluimveehouderij lag ruim 14% onder het niveau van 2020.

In 2021 werd er in totaal 83 miljoen kilogram stikstof afgevoerd via plantaardige producten, een daling van 1 miljoen kilogram stikstof ten opzichte van een jaar eerder. Verder ging 202 miljoen kilogram stikstof naar dierlijke producten, 6 miljoen kilogram minder dan een jaar eerder. Deze ontwikkeling hangt samen met het lage stikstofgehalte in het kuilgras en met de afname van het aantal varkens en pluimvee. 

Het stikstofoverschot in de landbouw is in 2021 vergeleken met 2016 met 12,5% gedaald. De daling is vooral sinds 2017 zichtbaar, mede door maatregelen die de fosfaatproductie onder het Europese plafond moesten brengen. Deze maatregelen leidden onder andere tot een afname van de melkveestapel en daarmee ook tot een daling van de stikstofuitscheiding.

De uitscheiding van stikstof in de vorm van dierlijke mest is in 2021, vergeleken met 2016, met 6,6% afgenomen. De aanvoer uit krachtvoer nam met 6,8% af. De afzet van stikstof buiten de landbouw daalde met 21%. Het aantal kilogram stikstof in kunstmest dat in de landbouw gebruikt werd daalde in 2016-2021 met 7%.