Uitrijden extra mest per 2023 afgebouwd

06-09-2022 LEMMER – Nederlandse veehouders kunnen in 2022 nog een volledige derogatie aanvragen voor het uitrijden van extra mest. De jaren daarna volgt een geleidelijk afbouwpad tot en met 2025. Vanaf 2026 krijgen Nederlandse boeren geen uitzondering meer om meer uit te rijden dan 170 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare. Dat staat in het concept voor de derogatiebeschikking die de Europese Commissie heeft gedeeld met de lidstaten. 

Bij de laatste verlening voor de jaren 2020 en 2021 was de Europese Commissie al terughoudend in het verlenen van een derogatie aan Nederland. Bij het verlenen van de uitzondering houdt de Europese Commissie rekening met eisen aan de milieutoestand in den brede en de waterkwaliteit in het bijzonder. Nederland voldoet niet aan alle eisen. De Europese Commissie kijkt hierbij ook naar de mogelijke oorzaken van de milieudruk.

Naast het afbouwpad voor de omvang van derogatie volgen er ook nog andere maatregelen uit de conceptbeschikking die gevolgen hebben voor de agrarische sector. Zo moet Nederland de komende periode ‘verontreinigde gebieden’ aanwijzen, waar de derogatie sneller zal worden afgebouwd en aanvullende eisen worden gesteld en vindt er een bijstelling van de mestproductieplafonds plaats.

Het ministerie van LNV werkt de aanvullende voorwaarden de komende periode verder uit. De volledige derogatiebeschikking zal na stemming in het Nitraatcomité op donderdag 15 september gedeeld worden. Het kabinet wil melkveehouders die gebruikmaken van derogatie financieel tegemoet komen in de extra kosten voor mestafzet. De transitieregeling stimuleert het behoud van grasland op de melkveebedrijven.

Een van de voorwaarden voor het verkrijgen van derogatie is dat boeren 80% grasland aanhouden op hun bedrijf. Grasland is belangrijk om uitspoeling van stikstof en fosfaat in het water te voorkomen. Hoe de transitieregeling van in totaal 130 miljoen euro voor 3 jaar eruit gaat zien, zal de komende periode verder uitgewerkt worden. Het kabinet streeft ernaar ook na 2025 grasland te behouden vanwege de relatief gunstige effecten op waterkwaliteit en natuur.