Verschil van inzicht over fiscale benadering van fosfaatrechten

16-07-2021 LEMMER – Op 1 januari 2018 werd het stelsel van fosfaatrechten voor de melkveehouderij ingevoerd. Sindsdien is er discussie met de Belastingdienst of fosfaatrechten per die datum als voorraad moeten worden aangemerkt of een bedrijfsmiddel vormen. Worden fosfaatrechten als bedrijfsmiddel gezien, dan kan de behaalde boekwinst bij verkoop in een herinvesteringsreserve worden ondergebracht. Bij de verkoop van voorraad is dit niet toegestaan, waardoor uitstel van belastingheffing over de boekwinst niet mogelijk is.

De vraag of fosfaatrechten zijn te kwalificeren als bedrijfsmiddel is eenvoudig te beantwoorden als op 1 januari 2018 al vaststond dat fosfaatrechten worden gebruikt voor het aanwezige melkvee. Zonder fosfaatrechten is het immers wettelijk niet toegestaan om melkvee te houden.

Verschil van inzicht is er over de op 1 januari 2018 verkregen fosfaatrechten, die niet of maar gedeeltelijk in de eigen onderneming worden gebruikt. De Belastingdienst merkt ze dan aan als voorraad. ABAB is het niet mee eens met die zienswijze.

ABAB stelt dat het stelsel van fosfaatrechten een legalisering is van een regeling die al vóór 1 januari 2018 bestond.  Dit stelsel vindt zijn oorsprong in de wijziging van de Meststoffenwet op 29 mei 2017. Het is feitelijk een aanvulling op de bestaande regeling rondom de regulering van fosfaatproductie.