CO2-impact van dierlijke productie moet bijgesteld bij circulaire productie

11-01-2021 LEMMER – Het is niet bekend of voedingsrichtlijnen die een beperkte inname van dierlijk eiwit voorstellen verenigbaar zijn met de omschakeling naar circulaire voedselsystemen. Onderzoekers van Wageningen University & Research hebben in een modelstudie de effecten van circulariteit op de toevoer van dierlijke voedingsstoffen in Europa vergeleken met de voedingsbehoeften van het EAT-Lancet-referentiedieet. Ze publiceerden daarover in Nature Food.

Het EAT-Lancet geldt als een standaard van wat iedereen binnen de draagkracht van de planeet zou kunnen eten. De onderzoekers stellen vast dat in een dieet volgens de EAT-Lancet-richtlijnen het gebruik van pluimveevlees de voorkeur heeft boven rundvlees en varkensvlees. In een circulair voedselsysteem past de productie van melk, zuivel, rundvlees en varkensvlees echter beter als dierlijke eiwitbron dan pluimveevlees.

Vergeleken met het EAT-Lancet-referentiedieet bleek het in de modelbererkening mogelijk de uitstoot van broeikasgassen met  31% te verminderen en het gebruik van landbouwgrond met 42%. De conclusie van de onderzoekers is dat er zorgvuldiger afweging van de haalbare inwisselbaarheid tussen voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong nodig waarbij ook de mogelijke impact van dierlijke productie voor humane voeding in circulaire productiesystemen moet worden betrokken. 

Meer informatie is te vinden in de publicatie ‘Circularity in animal production requires a change in the EAT-Lancet diet in Europe’ in Nature Food.