Grutsk op ús Greidefûgels roept op tot ‘niets doen’

13-05-2021 LEMMER – De campagne van het Fryske project Grutsk op ús Greidefûgels roept boeren dit jaar op om ‘niets te doen’. In het Frysk: ‘Gewurde litte’. Boeren kunnen de weidevogels namelijk helpen door bijvoorbeeld een strook gras met rust te laten. Op woensdag 12 mei gingen gedeputeerde Douwe Hoogland, Titus Sijmonsma van de Bond Friese VogelWachten, Jan Teade de Boer van LTO Noord en boer Minno Andreae in gesprek over ‘Gewurde litte’.

Boeren die zich aanmelden voor deze actie krijgen een grondbord met daarop de tekst ‘Gewurde litte’. Begin mei waren er tachtig aanmeldingen. Ook melden boeren zich aan voor de andere acties, zoals vernattingsadvies of een kruidenmengesel om in te zaaien, na het uitkomen van het magazine ‘Onze weidevogels’. Het magazine werd voor Fryslân in een ‘Grutsk op ús Greidefûgels’-jasje gestoken.

Verschillende thema’s
Sinds de start van het project ‘Grutsk op ús Greidefûgels’ in 2018 is er jaarlijks een nieuw thema. Het eerste thema was ‘beschermen’. Door de inzet van zogenaamde nestpannen worden nesten beschermd tijdens landbouwwerk zoals het bemesten met sleepslang. In 2019 stond het thema ‘zaaien’ centraal, waarbij boeren kosteloos een kruidenmengsel kregen om één hectare grond in te zaaien. Dit om de biodiversiteit te versterken: meer insecten en dus meer voedsel voor weidevogels. Het thema van vorig jaar was ‘vernatten’. Door deskundig advies kunnen boeren experimenteren met het natter maken van delen van hun land. Via vogelwachten werden greppelpompen ingezet om in droge perioden meer water op het land te krijgen voor de weidevogels. Deze acties lopen ook dit jaar door. Inmiddels namen ruim zeshonderd boeren, loonwerkers en vogelwachten op vrijwillige basis deel aan één of meer acties van Grutsk.

De negen partijen van Grutsk zijn: Bond Friese VogelWachten, LTO Noord, provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân, Agrarische Jongeren Friesland (AJF), Kollektivenberied Fryslân, Cumela, Federatie Particulier Grondbezit, Nordwin College en Van Hall Larenstein.