24-10-2020 LEMMER – Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stelt per 23 oktober voor heel Nederland een ophokplicht in voor alle bedrijven die commercieel pluimvee houden. De maatregel wordt genomen naar aanleiding van een recente vondst van 6 dode knobbelzwanen in Kockengen waarvan na een test bij twee kadavers vogelgriep is vastgesteld van een hoogpathogene variant van het serotype H5N8.
Inmiddels wordt ook een dode smient uit dezelfde omgeving getest voor vogelgriep. Nader onderzoek moet nog uitwijzen of dit ook H5N8 of een ander serotype van het vogelgriepvirus betreft.
Minister Schouten heeft de deskundigengroep dierziekten gevraagd de bevindingen te beoordelen. De deskundigen concluderen dat het virus van de besmette knobbelzwanen vanuit Rusland via trekvogels naar Nederland is gebracht. In Rusland zijn de afgelopen maanden veel meldingen van vogelgriep geweest. Veel watervogelsoorten leven in groepen in deze tijd van het jaar. Onder deze omstandigheden kan een virus relatief gemakkelijk spreiden onder wilde watervogels.
De deskundigengroep schat in dat het risico op een introductie van het virus op een pluimveebedrijf nu hoog is. Daarom heeft de minister een landelijke ophokplicht ingesteld voor commercieel gehouden pluimvee om te voorkomen dat bedrijven in Nederland besmet raken door contact met wilde vogels. Pluimveebedrijven met een uitloop hebben een grotere kans om vogelgriep in te slepen.
Daarnaast worden eendenbedrijven verplicht het strooisel, dat in de stal gebruikt wordt, zo op te slaan dat het ontoegankelijk is voor wilde vogels en bij het aanbrengen van het strooisel in de stal te voorkomen dat materiaal van het erf in de stal terecht kan komen. Het ministerie van zal het insleeprisico regelmatig laten beoordelen.
Het is in de huidige situatie ook van belang dat vondsten van dode wilde vogels worden gemeld bij de daarvoor bestemde instanties. De procedures daarvoor zijn te vinden op de website van de NVWA.