LTO Noord, LLTB en ZLTO willen regionale uitvoering van gemeenschappelijk landbouwbeleid

08-06-2021 LEMMER – LTO Noord, LLTB en ZLTO vinden dat zoveel mogelijk geld van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ten goede moet komen van de agrarische sector en de plattelandseconomie. Nu gaat nog veel geld verloren aan administratieve lasten en uitvoeringskosten. LTO Noord, LLTB en ZLTO pleiten voor een regionale uitvoering van de GLB-beleid. Uitdagingen en problemen voor de landbouw zijn sterk regio-afhankelijk. Regionale overheden en subsidieverstrekkers kennen de situatie het beste. 

LTO Noord, LLTB en ZLTO wijzen onder andere op de gebiedsgerichte aanpak stikstof. Provincies kunnen in een model van regionale uitvoering hun beleid en subsidieopenstellingen, in samenspraak met de landbouw, hierop beter afstemmen. Regionale overheden hebben meer bekendheid en vertrouwen onder boeren en tuinders, wat de weg naar subsidies vergemakkelijkt.

Vooral voor subsidies voor plattelandsontwikkeling binnen het GLB is een regionale uitvoering noodzakelijk. Deze subsidies kennen nu een hoge administratieve druk. Onderzoeksbureau Berenschot concludeerde al in 2017 dat potentiële subsidieaanvragers afhaken vanwege deze hoge administratieve lasten. Naast een regionale uitvoering op maat zien LTO Noord, ZLTO en LLTB ook kansen in de mogelijkheden van een digitaal subsidieplatform.

Om de hoge administratieve druk te verminderen ligt het voor de hand dat de uitvoering zoveel als mogelijk regionaal plaatsvindt. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat een regionale uitvoering door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) de kosten circa 2,4 miljoen lager zijn dan bij een landelijke uitvoering.

Bovendien kunnen boeren via een regionale route sneller hun geld ontvangen. Ook zien de regionale LTO-organisaties bij een regionale uitvoering koppelkansen en synergievoordelen met andere regionaal uitgevoerde ontwikkelingsfondsen, zoals het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. 

LTO Noord, LLTB en ZLTO roepen provincies en waterschappen op de uitvoering van GLB en POP door SNN of Stimulus als serieuze optie te overwegen, en vragen de minister van LNV daarvoor de ruimte te bieden. Zowel SNN als Stimulus zijn kwalitatief goede en door de Europese Unie erkende regionale managementautoriteiten, die bewezen hebben het benodigde maatwerk in de dienstverlening voor boeren, tuinders en andere aanvragers te kunnen leveren.