Tegengaan bodemdaling in veenweiden vergroot de vraag naar water

20-04-2021 LEMMER – Het natter houden van veenweidegebieden is een belangrijke maatregel bij het halen van de klimaatdoelstellingen. Deze maatregel vraagt echter extra water, dat vanuit het oppervlaktewatersysteem moet worden aangevuld. In droge zomers kan dit water niet altijd geleverd worden, én de extra wateraanvoer kan tekorten veroorzaken voor beregening en doorspoeling elders in het systeem.

Deltares onderzocht voor het Deltaprogramma Zoetwater wat de consequenties zijn voor de zoetwatervoorziening als het veenweidegebied op grote schaal een hoger  waterpeil wordt nagestreefd. Het onderzoek wijst uit dat de regionale veenweidestrategieën voor de aanpak van bodemdaling én de zoetwaterstrategie een integrale afweging vergt.

Er zijn veel maatregelen mogelijk om het veenweidegebied natter te houden en daarmee maaivelddaling tegen te gaan, zoals onderwaterdrainage, drukdrainage, peilverhoging, onder water zetten. In de berekeningen is uitgegaan van de grootschalige aanleg van infiltratiedrains  en het hoger houden van slootpeilen.

Uit de berekeningen blijkt dat de watervraag voor peilbeheer met 3 tot 12% toeneemt, afhankelijk van de ernst van de droogte en de grootte van het gebied. Ook blijkt dat deze extra vraag voor peilbeheer in een warmer klimaat niet altijd geleverd kan worden. In West-Nederland ontstaan naar schatting eens in de 10 jaar significante watertekorten in een warmer klimaat.

De capaciteit van de Klimaatbestendige Wateraanvoervoorziening is in die periodes niet toereikend om in alle vragen te voorzien, met gevolgen voor landbouwopbrengst, waterkwaliteit, en stabiliteit van veenkades. Deze tekorten nemen door de maatregelen met circa 15% toe. In de huidige strategie van het Deltaprogramma wordt al rekening gehouden met capaciteitsvergroting van het aanvoersysteem om toekomstige watertekorten te reduceren.

In Noord-Nederland zorgen de maatregelen voor een 9% tot 12% grotere watervraag voor peilbeheer in het totale aanvoergebied van het IJsselmeer en Markermeer. In het huidige klimaat kan deze extra watervraag nog geleverd worden, maar in een warmer klimaat zal  vaker een tekort ontstaan. Er zullen dan veel vaker afwegingen gemaakt moeten worden. Aangezien waterlevering voor peilbeheer in de meeste gebieden voorrang krijgt, betekent dit elders in het systeem een grotere kans op een tekort voor beregening en afname van de kwaliteit van het oppervlaktewater door doorspoelbeperkingen.

De grondwaterstand in de veenweidegebieden wordt in de berekeningen gemiddeld gezien hoger, maar kan in extreem droge jaren nog steeds onder streefpeil komen met maaivelddaling tot gevolg. Ook hier wordt duidelijk dat de bodemdalingsopgave niet los kan worden gezien van de klimaatadaptatie-opgave.